
Verhalen van Paul
Paul schrijft. Korte verhalen, lange verhalen, columns en boeken. Dit is een overzicht van een groeiend aantal verhalen van Paul. Een aantal van deze verhalen zijn gebundeld in het boek “KIEUW!”
Stank van lente
Deze column had moeten gaan over blowen. Wiet geeft namelijk overlast. Niet eens zozeer de verkoop, maar de rook, die stinkt. Uit het krantenartikel hierover begreep ik dat de gemeenteraad via een algemene plaatselijke verordening, als een moderne Don Quichot de rook te lijf wil gaan. Toen ik wilde gaan schrijven dat ik dan nog wel een paar windmolens kon bedenken was er een ingelast nieuwsbericht. Er stond een tram stil. De mediaexplosie die daarop volgde deed de treurige uitkomst van een lage daad bijna verbleken. Nog voor precies duidelijk was wat er aan de hand was, bleek de schuldige al gevonden. De Islam. Met de komst van de Islam blijkt volgens velen haat ons land te zijn binnengeslopen. Maar haat komt niet voort uit geloof. Haat komt voort uit mensen. Als geloof, en alleen geloof haat zou voortbrengen dan was de voormalige Sovjet-Unie inderdaad een heilstaat. Zo simpel ligt het niet. Mensen zoeken een vehikel om haat te rechtvaardigen, om macht over een ander te legitimeren. Daar zijn ideologieën voor bedacht. Communisme is er zo één, geloof ook. Wat begint als rechtvaardigheidsprincipe wordt door wat handige jongens al snel tot een machtsinstrument omgebouwd. Het enige dat daarvoor nodig is,…
Druppels, deel 2
← deel 1 De tweede druppel was alreeds, terwijl u nog zo druk Over de schoonmaak nadacht onderweg naar het geluk. Hoog uit de lucht was hij via een dor kastanjeblad, heel rustigjes gegleden naar het wachtend regenbad. Toen druppel nummer één, u weet wel, die van langs het raam dan ook het plasje aandeed zuchtte nummer twee zijn naam, want stromend uit de wolken voelde druppel twee het al dat er een vonkje oversprong tijdens de lange val. Hij kon het niet verdragen ooit nog zonder één te zijn en vroeg hem nog die avond bij een glaasje rode wijn of ze voortaan, voor altijd dus, tezamen konden blijven om levenslang als paar over de wateren te drijven. Daar hoefde druppel één niet al te lang over te denken. Terwijl hij zich met graagte nog een wijntje in liet schenken beloofde hij tot in de dood oprechte druppeltrouw en sloot af met de woorden, druppellief ik houd van jou. Ze stroomden, beiden nogal dronken van de liefdeszin vanuit de volgeraakte plas hun nieuwe leven in. Zo kwam het dat de druppels op hun eerste huwelijksnacht hun liefde consumeerden in een maanverlichte gracht. Wordt vervolgd?
Druppels, deel 1
Twee druppels stortten in een maartse bui ter aarde neer. Dat is voor druppels vrij normaal dus schrik niet al te zeer als in een bui een druppel vurig het plaveisel kust, daar is ‘ie voor geboren, vallen is zijn levenslust. Die twee dus waar ik over sprak, die uit de hemel kwamen, daar sloeg er één van monter tegen ongewassen ramen. Die blijheid is gelegen in het zeer bekende feit dat druppels echt niets op hebben met huiselijke vlijt. Zij worden vrolijk als ze door de modder kunnen rollen en over gore ramen naar beneden kunnen hollen…
Landmark
Er is gekozen. Mocht u hierdoor in de veronderstelling zijn dat u de datum op uw stempas verkeerd heeft gelezen dan kan ik u geruststellen, de Provinciale en de daaropvolgende Europese verkiezingen zullen allerminst geruisloos aan u voorbijgaan. De verkiezing waar ik het over heb, had generlei politiek belang. Er zijn dan ook geen kopstukken voor naar Ede afgereisd. Met deze verkiezing koos u voor een zes meter hoog stalen kunstwerk dat de luchtlanding uit ’44 verbeeldt. U verkoos de creatie van Karin Colen boven twee andere kunstwerken. Het werk moet in september, tijdens de viering van 75 jaar luchtlandingen op de Ginkelse Heide officieel onthuld gaan worden. We gaan het hier niet over hebben of het een mooi kunstwerk is. Mooi is een persoonlijk mening. Wat u iedere ochtend in de badkamerspiegel als mooi inschat kan degene die tegenover u in de trein zit totaal anders zien. Kunst heeft overigens niet de bedoeling simpelweg mooi te zijn. Kunst moet iets doen. Hoe meer discussie des te raker het werk. Het object is trouwens niet alleen een kunstwerk. Het is een landmark dat naast een historisch venster, een startpunt voor routes die leiden langs plekken uit de Tweede Wereldoorlog zal…
Spreeuwenmeeuw
Een kleine spreeuw scheerde vol trots over ‘t strand van Callantsoog. Het viel alleen de meeuwen op dat er een spreeuwtje vloog. Hij zeilde op de westenwind die over ’t water woei en raakte met zijn kleine vleugels danig in de knoei. Die waren niet gemaakt voor stormen komend over zee, maar ‘t spreeuwenkleed was wat hij had, dus deed hij het ermee. De meeuwen keken korzelig naar deze kleine spreeuw, maar korzelig is vrij normaal voor elke doorsnee meeuw. Een zilvermeeuw gleed met hem mee en vroeg hem naar ’t gerucht,dat hij zich wilde voegen bij een heuse meeuwenvlucht. Dat kopt, kwetterde de spreeuw oprecht, ik hou zo van de kust,voor mij is deze kustlijn geen bevlieging maar een must. Ik voelde me als kuiken nooit echt helemaal een spreeuw, ik denk dat ik ben uitgebroed als een transgendermeeuw. De meeuw keek wat bedenkelijk, maar dat is vrij normaal,luchthartigheid dat vindt een meeuw nou eenmaal erg banaal. Dus jij denkt dat je met die veertjes op je spreeuwenkop,oprecht een heuse meeuw kunt zijn, nee sodemieter op. Je vleugels zijn daarvoor te slap en onderaan je poot,ontbreekt het je aan vliezen. Spreeuw die zee dat wordt je dood. De spreeuw streek op een strandpaal…
Elfstedenhommel
De hommel die gewekt was door een veel te vroege zon maakte een fraaie landing op de tuit van mijn bidon. Daar dronk hij gulzig van de druppel die er daar nog hing en groette me zeer hoffelijk voordat hij weer verderging. Hij zei me toen hij opvloog dat hij niet begrijpen kon dat het pas februari was met deze warme zon. Het had hem bij het opstaan meer april of mei geleken, en had toen ongelovig in de almanak gekeken. Daar las hij dat hij eigenlijk nog even slapen mocht:geen voorjaar nog, pas het seizoen van de Elfstedentocht. Toch was hij uitgevlogen omdat hij best nieuwsgierig wasnaar hoe het er dan uitzag met het ijs nog op de plas. Nu vloog hij zoemend rond mijn hoofd en leek me wat ontdaan. Misschien was hij toch beter naar zijn bed teruggegaan.Dan had hij kunnen slapen tot welzeker einde maart,en drómen van geschaats op een bevroren Bonkevaart.
Anne
Als freelancer in de sport kom ik op verschillende plekken. Afgelopen weekend gaf ik spinning op een van de sportcentra in Ede. En in die spinningklas zat iemand die ik sinds mijn pubertijd niet meer had gezien. De veertig jaar die tussen deze en onze laatste ontmoeting liggen hadden haar niet veranderd, ze leek nog net zo zelfbewust als toen. Toen, was de tweede helft van de jaren zeventig. Carter regeerde over het westen, Brezjnev over het oosten. Het ijzeren gordijn verdeelde het land van Willy Brandt. Het was de tijd van de tweede feministische golf, van kapingen en bloemkoolwijken. Van Agt lag overhoop met Den Uyl, prins Bernhard werd van zijn militaire onderscheidingstekens gestript en in Ede ontplofte een tankwagen met 3000 liter vloeibaar gas. Het was 1976. In dat jaar ging ik naar het voortgezet onderwijs. Ik was twaalf en begreep niets van de hormonale beerput waarin ik terecht was gekomen. Ik ging naar de mavo. De Minerva-mavo, de school waar mijn ouders mij haaks op de uitslag van de Cito-toets naartoe stuurden. Het gebouw is inmiddels verdwenen. Er staan appartementen op de plek waar ik vier jaar lang dag in dag uit naartoe moest. Met tegenzin, want…
Stuntduif
Hij vliegt tegen het raam, al voor de derde keer vandaag. Hij doet dit vrijwel dagelijks, hij doet het blijkbaar graag. Eerst zit hij op de tafel en kijk schattend naar de pui. Een voorbereiding hoor erbij, hij is dan ook niet lui. Hij hipt daar vlot een paar keer rond, dat is zijn warming-up dat heeft hij ooit geleerd bij de duif-venster-botsing-club. Hij haalt nog eens diep adem en die houdt hij even vast voordat hij ons weer op zo’n fraaie buiteling vergast. Dan zet hij af, maar voor hij ‘t raam daadwerkelijk gaat raken. Vliegt hij de tuin rond, om nog eens wat lekker vaart te maken. En daar volgt dan het klapstuk want hij botst het liefst frontaal tegen het venster. Niet halfzacht, nee echt wel maximaal. Dan valt hij onder luid applaus wat groggy naar de grond en gaat met, als hij is hersteld, een centenbakkie rond.
Leegte
Kauwend op herinneringen uit een afgetakeld brein. Zoekend naar vergane liefde, moeizaam schuivend langs de pijn. Losgetrokken van het leven. Van de waardigheid ontdaan. Eenzaam dwalend naar een einde van een uitzichtloos bestaan.
Herinnering aan Kien
‘Dorpsstraat in Bennekom. Bron Historisch Museum Oud-Bennekom.’ De foto die ik op de facebookpagina van Oud-Bennekom bekijk, laat de Dorpsstraat begin 20ste eeuw zien. Het verkeer is te verwaarlozen. Van de drie rijwielen op de foto zijn er maar twee in gebruik. Eén van de fietsers zit op zijn rijwiel tegen een boom geleund. De andere fietser staat midden op de rails van de stoomtram die tussen 1882 tot 1968 door Bennekom liep. Ook de fotograaf lijkt aan de zichtlijn te zien, op de weg de staan. Dat kon toen nog, op straat staan zonder iemand te hinderen. Nergens een boze blik, niemand lijkt zich aan een ander te storen. Mensen hadden nog tijd. Tijd voor elkaar en tijd voor het nemen van een foto. Dat moest ook, want zo’n foto was niet snel gemaakt. Men moest stilstaan, want wie bewoog was op de foto een schim. De mensen die op de foto te zien zijn staan dan ook keurig stil. Ze poseren om te voorkomen dat ze onherkenbaar worden. En toch zijn ze, hoe onbeweeglijk ze ook stonden, inmiddels schimmen geworden. Hun leven ging voorbij. Ze werden door de tijd ingehaald. Er wordt niet of nauwelijks meer aan hen…